Inkleding

Waarom is inkleding belangrijk?

• Inkleding speelt in op de fantasie en leefwereld van kinderen, het spreekt tot de verbeelding.
• Inkleding lokt spelplezier uit, enthousiasme en zin om te spelen.
• Inkleding zorgt voor inspiratie voor je activiteiten. De activiteiten zullen origineler zijn en meer voldoening geven. Een verhalend kader maakt elke activi­teit uniek.
• Inkleding kan daarenboven zelfs waardevol zijn: je kan er be­paalde waarden mee doorgeven en tastbaar maken, zoals: samen sta je sterker, niemand is onmis­baar …
• Een verhaal of thema kan ervoor zorgen dat alle afzonderlijke spelen en activiteiten aan elkaar worden gelinkt met een rode draad. De leden kunnen dan steeds meer opgaan in het verhaal en naar het volgende spel uitkijken om het vervolg van het verhaal te weten te komen.

Hoe begin je aan een kampthema?

Themabepaling

Een goed thema is de basis van je inkleding, het is de kapstok waar alle andere elementen aan opgehangen worden. Als je een leuk thema voor ogen hebt, volgt de rest normaalgezien vanzelf.

Maar hoe vind je zo’n thema? Een goed thema vloeit meestal voort uit enkele brainstorms of uit een geniale ingeving. Inspira­tie is hier het kernwoord bij uitstek. Laat je zeker niet misleiden door te denken dat iets niet haalbaar of onrealistisch is. Picasso zou zeggen: “Alles wat je je kan verbeelden, is echt!”

Verhaal en personages

De vijf W’s

Als je een verhaal opbouwt, denk dan steeds aan de vijf W’s + de belangrijke H!

Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? Hoe?

Structuur van een eenvoudig verhaal

1. Inleiding: hier komt het publiek te weten over wie het gaat, waar de personages zich bevinden en wat er aan de hand is. Je creëert eigenlijk de setting van het verhaal.
2. Intrige of motorisch moment: de bal gaat langzaamaan aan het rollen, er worden verwachtingen gecreëerd en de eerste gebeur­tenissen vinden plaats. Hier komt het publiek pas echt te weten wat er gaat gebeuren.
3. Climax: de spanning is nog meer toegenomen en komt bijna aan haar top. Maar opeens loopt er iets mis…
4. Catastrofe: er komt een moment waar alles de mist dreigt in te gaan. Tijdens de catastrofe heerst er verwarring, gepaard met veel actie. Dit hoeft niet altijd negatief te zijn.
5. Slot: dit is het einde van de catastrofale gebeurtenis(sen). Soms is dit het voltrekken van een oplossing, soms is dit afscheid ne­men van personages. In ieder geval zijn alle problemen na deze fase opgelost.

Humor!

Humor is extra belangrijk in een verhaal. Het echte leven gaat steeds gepaard met een lach en een traan. Meestal zal de lach ech­ter de bovenhand halen. Je zal merken dat je tijdens het uitwerken regelmatig op zoek gaat naar manieren om het geheel grappig en aantrekkelijk te maken. Het leuke is dat je zowel jong als oud aan het lachen kunt brengen wanneer je beroep doet op één van vol­gende principes:

• Verrassende wendingen: onvoorziene omstandigheden die nie­mand zag aankomen. Denk hierbij aan het vermoorde slachtof­fer dat nog eventjes opstaat om een kussentje te nemen of aan de ijzeren generaal die plots als een baby begint te huilen omdat zijn goudvis overleden is.
• Fysieke kenmerken: typische eigenschappen van personages die uitvergroot worden: een clown met veel te grote voeten, een hulpje dat om de drie stappen een vreugdesprongetje maakt, …
• Verkeerde combinaties: onlogische zaken die we niet snel met elkaar associëren, zoals het rendier van de paashaas vergezeld door twee roetpieten, een vrouw met een lange baard en een zware stem.
• Verkeerde verhoudingen: buiten proporties werken en overdrij­ving werken altijd. Een olifant met een minislurfje, een speech die bestaat uit slechts twee zinnen, een spiekbriefje dat zo groot is als een wegenkaart, …
• Voorspelbare herhaling: een ludieke actie of handeling die steeds terugkomt zodat de toeschouwers het al “van ver zien aankomen”, maar die door de herhaling toch grappig blijft zoals bijvoorbeeld het vizier van een ridder dat steeds dichtvalt of een hond die al z’n vrienden continu verkeerd aanspreekt.

Overal inkleding

Een thema komt pas helemaal tot leven wanneer we het over de hele lijn doortrekken. Blauwe puree tijdens het Smurfenkamp of elke dag wakker gemaakt worden met een liedje over voetballen tijdens het FC de Kampioenenkamp? Waarom de personages van de klassieke Stratego niet aanpassen in het thema boerderij? Laat je fantasie de vrije loop gaan en leef je helemaal in.

Animatie…

… hoeft niet louter te bestaan uit toneeltjes spelen! Een verhaal of setting kan op veel meer manieren tot leven komen. Een poppen­kast, een schimmenspel of zelfs een opera? Gebruik media (geluid, foto, film, muziek, brieven …) om sfeer te creëren. Laat je leden een moord oplossen waarbij ze enkel instructies via een krant krijgen, zonder je als leiding te verkleden. Ook dat is sfeer scheppen en inkleding!